Sonic

Ik ben Sonic. Tenminste… zo noemen ze me nu. Mijn oude naam ben ik kwijtgeraakt, ergens tussen de straatstenen van Amsterdam. Daar liep ik verloren rond en niemand kwam me halen of was naar mij opzoek. In Nederland schijnt dat bijzonder te zijn. Mijn verzorgers zeggen dat we in Nederland geen zwerfhonden hebben. Maar ik weet alleen dat ik op een dag geen thuis meer had en dat de stilte die toen kwam harder blafte dan welke hond dan ook.Toen ik bij DOA terechtkwam, wist ik niet goed wat ik moest verwachten. Ik ben van nature voorzichtig, zacht en een tikje verlegen. Ik hou van rennen met de wind in mijn oren, maar nieuwe mensen… daar snuffel ik eerst een tijd aan voor ik ze vertrouw. Alles was nieuw: de geuren, de stemmen, de handen die naar me uitreikten. Ik trok me liever wat terug, kroop weg in mezelf. Niet omdat ik niet wilde, maar omdat ik het even niet meer wist.Toch gaven ze niet op hoor. Ze bleven rustig, vriendelijk en geduldig. Ze gaven mij een nieuwe naam en wilde graag vrienden met mij worden. Weet je hoe ze dit deden? Met veel voer en snoepjes! En ik trapte daar mooi in. Heel langzaam, bijna ongemerkt, voelde ik mijn staart weer een beetje bewegen. Eerst voorzichtig, dan wat zekerder. Ik begon te begrijpen dat hier niemand me liet vallen. Maar dat ze juist veel liefde voor mij hebben.Ik ben nog steeds een gevoelige ziel, zoals wij windhonden vaak zijn. Ik houd van zachte plekjes om te liggen, van rustige stemmen, van mensen die me niet dwingen maar begeleiden. Maar ik merk dat ik weer durf te dromen van rennen, van warmte en van een eigen familie die me niet vergeet.Liefs Sonic

Terug naar alle verhalen

Marru 

Ik ben Marru. Een oudere heer, zeggen ze. Mijn snuit is een beetje grijzer en ik heb wat meer levenservaring dan de jonge springers hier, dat klopt. Maar laat je niet foppen: ik loop zó trots naast je mee dat je bijna vergeet dat ik al wat ouder ben. Ik geniet van snuffelen, stappen maken en alles in me opnemen. Mijn lijf mag dan rustiger lijken, mijn hart is nog steeds vol levenslust!Ik ben bij DOA gekomen omdat mijn baasje is overleden. Sindsdien draag ik een soort stilte met me mee. Ik mis hem, natuurlijk. Je deelt een leven, een huis, gewoontes en dat laat je niet zomaar achter. En toen ik hier kwam, werd alles nieuw, daar moest ik enorm aan wennen. Maar ik heb mijn best gedaan om me aan te passen, zoals honden dat doen. We blijven trouw, zelfs als de wereld verandert.Wat ik moeilijk vind? Dat ik hier al zo lang zit. Dat bijna niemand naar mij vraagt. Ik zie andere honden komen en gaan. Sommige zijn nog niet eens warm in hun mandje of ze hebben al geïnteresseerden. En ik? Ik doe mijn best, kwispel vriendelijk, kijk hoopvol… maar vaak blijft het stil. En dat raakt me, eerlijk gezegd. Daarom heb ik mijn uiterste best gedaan om nogmaals mooi te poseren!Liefs Marru

Terug naar alle verhalen

Tom 

Mijn maatje, beste vriend, steun en toeverlaat was er ineens niet meer. Ons vaste wandelingetje, samen tv-kijken, de zachte aaitjes en lieve woordjes waren ineens weg en van de ene op de andere dag stond ik er alleen voor. Ik werd naar DOA gebracht en daar moest ik in het begin niets weten van niemand niet, ik was té verdrietig. Maar ineens kreeg ik een aai over mijn hoofd, ik schrok er een beetje van en blies. Maar de hand ging niet weg en bleef aaien. Nu ben ik dol op die hand, en de mensen achter die handen! Zelfs als ze met prikjes aankomen ben ik erg vergevingsgezind, dus ook de handen van de dierenartsen zijn vrienden. Inmiddels ben ik een enorme goedzak, hou mega van aandacht en eet alles. Onlangs zijn er een hoop tanden van mij getrokken, en moest ik pillen slikken. Dat heb je nou eenmaal als je wat ouder wordt! Maar nog steeds ben ik enorm tevreden. Ik ben nog steeds wel een beetje verdrietig maar door de liefde die ik hier krijg heb ik ook weer hoop op een gelukkige toekomst. Een toekomst met een lief nieuw baasje en mijn eigen gouden mand!

Terug naar alle verhalen

Schelp 

Ik ben Schelp. Eigenlijk heet ik Schelpje, zeggen ze, omdat ik een oortje mis. Een oorschelp zonder schelp, tja, zo gaat dat. Maar geloof me: ik hoor meer dan genoeg. Ik hoor wanneer mensen twijfelen, wanneer ze hard praten, wanneer ze zacht praten, wanneer ze écht met me willen werken. En dat laatste… daar smelt ik van, al laat ik dat niet meteen zien.Ik kom van een plek waar mijn baasje niet meer voor me kon zorgen. Dat was niet omdat hij me niet wilde, maar omdat het gewoon niet meer ging. Toch is het gek om ineens anders wakker te worden. Als Staffie ben ik gebouwd als een tank, maar vanbinnen ben ik veel zachter dan mijn stoere buitenkant doet lijken. En eerlijk is eerlijk: sommige mensen vind ik gewoon spannend. Te veel drukte, te veel gedoe, te snel dichtbij, dan trek ik mijn grens en laat ik duidelijk weten: “Ho, even rustig aan.” Ik ben geen hond voor iedereen. Ik ben een hond voor de mensen die de tijd nemen, die respect hebben voor wie ik ben en die mij zien als lief meisje!Maar als het klikt… dan klikt het écht. Ik ben werkwillig, slim en ik wil zó graag alles goed doen. Geef jij mij vertrouwen? Dan ga ik voor je door het vuur. Dat zit in mijn ras, zeggen ze. Die loyaliteit, die energie, dat doorzettingsvermogen. En als ik je vertrouw, als ik voel dat jij mij ziet zoals ik ben, dan laat ik mijn zachte binnenkant zien. Die van het meisje dat graag knuffelt, dat kwispelt met haar hele lijf en dat opbloeit als een bloem in de zon.Knuffie van mij!

Terug naar alle verhalen

Julia 

Waar ik vandaan kom weten mijn verzorgers niet, en voor mij is het ook een beetje vaag. Dat heb je als je maar 1 oog hebt en narigheid hebt meegemaakt. Ik ben in ieder geval op straat gevonden, en het is maar goed dat iemand mij oppakte. Ik zat onder de vlooien, was te mager, had overal wondjes en was uitgedroogd. Het duurde even voordat ik me wat beter voelde, maar gelukkig ben ik op de goede weg. Ik krijg speciaal voer gemaakt van insecten, medicatie tegen mijn jeukende huid en ben behandeld tegen de vlooien. Daar knap je van op als kat! Het liefste wil ik de hele dag knuffelen en tegen je aan kruipen. Ik laat mijn verzorgers soms heel erg schrikken door boven op ze te springen om kopjes te kunnen geven. Het gaat zo veel beter met mij! Ik hou van spelen met water, zou nooit een vlieg kwaad doen maar loop soms tegen dingen aan omdat ik geen diepte zie. Mijn allergie is nog niet helemaal onder controle maar het gaat al een stuk beter en de wondjes nemen af. Ik ben er nog niet, maar ik kom er wel. Ik bereid me voor op een mooie toekomst!

Terug naar alle verhalen

Karim 

Ahum… schraapt zijn minuscule doch waardige keelSta mij toe mijzelf voor te stellen: meneer Karim. En deze keurige heer aan mijn zijde is meneer Kareltje, mijn trouwe compagnon, mijn sofa-partner, mijn collega in het fijnproeverij-schap. Wij zijn Chihuahua’s van leeftijd en aanzien.Het verhaal gaat als volgt. Ik werd als eerste binnengebracht, “gevonden op straat”. Een curieuze omschrijving, want men treft mij normaliter slechts op uitnodiging aan. Maar goed, het leven zit vol verrassingen. De dag erna kwam daar, tot mijn ontsteltenis én grote opluchting, Kareltje binnen. En laat mij u zeggen: zodra onze blikken elkaar kruisten, was er een zucht van opluchting! We schoven meteen samen in één mand, zoals het hoort en zoals we gewend zijn.Na enig speurwerk van de mensen hier bleek dat onze baas wegens omstandigheden niet meer voor ons kon zorgen. Een trieste situatie, maar wij dragen dat lot met waardigheid en een zacht, ietwat dramatisch zuchtje.Wij verkeren overigens nog niet in perfecte conditie, maar wie van onze stand is dat op leeftijd wel? Er staat nog een bezoek aan de cardioloog op het programma en ook een tandartsconsult is geen overbodige luxe, al vind ik persoonlijk dat een heer zijn tanden niet hoeft te tonen om indruk te maken. Kareltje beweert dat ik overdrijf. Zoals altijd heeft hij natuurlijk ongelijk.Maar goed. Voor nu rusten wij, genieten wij van elkaars aanwezigheid en laten wij ons omringen door het personeel dat met wisselend succes, probeert te voldoen aan onze hoge standaard van comfort.Ik ben Karim. Dat is Kareltje. 

Terug naar alle verhalen

Rosie 

En daar sta je dan, zonder baasje, zonder huis en zonder zekerheid. Dat is niet leuk kan ik je vertellen. Zeker niet voor een lief klein poesje als ik. Emoties gaan alle kanten op en je reageert kortaf. Van de kleinste dingen kan je al schrikken of boos worden terwijl dat helemaal niet zo bedoeld is. Gelukkig was ik niet lang dakloos en nu heb ik die onzekere tijd achter me gelaten. Ik kwam namelijk bij DOA terecht en hier was iedereen zo vreselijk lief voor mij, daar had ik geen woorden voor. Ze hielpen mij om te herstellen en weer tot mezelf te komen. Daar ben ik zo ontzettend blij om!Ik moet nog naar de tandarts en mijn bloed moet een keertje onderzocht worden omdat ik al op leeftijd ben. Maar daarna denk ik dat ik wel klaar ben om een nieuw hoofdstuk te beginnen. En dan het liefst samen met iemand die net als ik toe is aan stabiliteit en liefde. Iemand die mij niet in de steek laat maar de aandacht en zorg geeft die ik verdien.

Terug naar alle verhalen