Vrijwilliger Lysanne

‘Als er boze, bange of depressieve katten binnen komen dan help ik ze beter in hun vel te zitten.’
Ik ben voor het eerst in de zomer van 2012 als vrijwilliger bij DOA aan de slag gegaan met het schoonmaken van de kennels. Sinds de zomer van 2021 kom ik regelmatig en socialiseer ik katten en maak ik foto’s van de katten voor op de website.Als er boze, bange of depressieve katten binnen komen dan help ik ze beter in hun vel te zitten. Dat kost vooral veel tijd en geduld. Hoe ik dat doe? Ik kies één kat en ga daarbij zitten, laten wennen en toenadering zoeken. Dan kijk ik of ik steeds een stapje verder kan zetten, bijvoorbeeld door mijn hand een stukje dichterbij te brengen. Wel natuurlijk door goed op het gedrag van de kat te letten en rust uit te stralen. De kracht van socialiseren ligt in het letten op de kleine cues die de kat afgeeft en daar naar handelen in het contact maken. Ik vind het heel bijzonder om de katten te helpen weer uit hun schulp te komen. Wanneer ik bijvoorbeeld bij een bange kat wat meer vertrouwen heb kunnen winnen, ga ik heel blij naar huis.Als een kat begint te wennen, kan ik dichtbij genoeg komen om de kat ook mooi op de foto te zetten. Dat is belangrijk voor op de website. Lang niet alle dieren bij DOA staan op de site, het verloop in adoptie is daar te snel voor; vaak zijn het juist de dieren die lastiger een nieuw baasje vinden omdat ze bang of onzeker zijn die op de website staan. Ik vind het een mooie uitdaging om juist deze dieren op hun best op de foto te zetten, zodat de kans op adoptie groter is. Dat geeft mij een goed gevoel, dat ik echt een bijdrage lever.Ik doe een opleiding verpleegkunde; ik zit in het laatste jaar en loop stage. Ik vind het dus heel fijn om mensen én dieren te kunnen helpen!

Vrijwilliger Angelique

‘Soms zit ik niet zo lekker in mijn vel en dan fleur ik helemaal op als ik bij DOA ben geweest!’
‘Ik werk al bijna 5 jaar bij DOA als vrijwilliger bij het hondenteam. Toen mijn Labrador Dirk er niet meer was en ik ook even geen baan had, kreeg ik het idee om vrijwilligerswerk in het asiel te doen. Ik haal veel plezier en voldoening uit het werken met de honden. Ik kom twee keer per week; de ene keer maak ik de kennels schoon, de andere help ik met socialiseren en wandelen. De honden die ik uitlaat zijn heel verschillend; soms is het met een Staf en dan weer met een Chihuahua. Juist die afwisseling vind ik leuk. Het allerleukste vind ik hele bange honden weer op de rit krijgen. Er was bijvoorbeeld een hele bange Labrador waar ik veel tijd mee doorbracht, die hebben we met zijn allen bij DOA weer kunnen laten wennen aan de wereld.Ik heb bij DOA veel cursussen gedaan en veel geleerd. Ook heb ik een opleiding voor hondenuitlaatservice gedaan bij Martin Gaus. Nu ben ik ook hondenuitlater in Purmerend. Dus een beetje door het vrijwilligerswerk bij DOA heb ik opnieuw mijn draai kunnen vinden in mijn leven. Dat vind ik bijzonder. Ik kan hier mijn hart ophalen. Soms zit ik niet zo lekker in mijn vel en dan fleur ik helemaal op als ik bij DOA ben geweest!’

Kattenverzorger Kay

‘Eigenlijk ben ik allergisch voor katten, dus ik neem iedere werkdag een allergiepil. Gelukkig werkt dat haha! En is het mij dat dus meer dan waard.’
‘Ik werk nu bijna een jaar bij DOA! Daarvoor was ik stagiaire. Ik heb eerst bij het puppyteam gewerkt, daarna als invaller bij het kattenteam nu als vaste kattenverzorger. Ik heb het heel erg naar mijn zin. Ik werk met de pensionkatten waarvan de baasjes lekker met vakantie zijn en ik werk met dieren die uit huis geplaatst zijn. Deze zijn vaak verwaarloosd. Eigenlijk zijn het twee uiterste: katten van mensen met liefdevolle baasjes die ze lekker verwennen en katten van mensen die helaas juist helemaal niet goed voor hun kat konden zorgen. Beide geven mij voldoening. Ik vind eigenlijk alles wat komt kijken bij de zorg voor katten heel erg leuk. Wat indruk op mij maakt is hoezeer de katten kunnen opknappen. Een bange of angstige kat kun je zien veranderen in een knuffelkont. Dat geeft mij een goed gevoel. Eigenlijk ben ik allergisch voor katten, dus ik neem iedere werkdag een allergiepil. Gelukkig werkt dat haha! En is het mij dat dus meer dan waard. De structuur bij DOA past ook goed bij mij. Ik hou van routine gecombineerd met afwisseling. Naast het zorgen voor de dieren en de kennels, sta ik klanten te woord en zorg ik voor administratie. Dat vind ik leuk.  De organisatie zelf vind ik ook fijn, je werkt binnen een team maar ook zelfstandig. Ik kan best wel onzeker zijn maar bij DOA heb ik me echt kunnen ontwikkelen en durf ik meer mezelf te zijn.’ 

Hondenverzorger Shaam

‘Ik werk nu zes maanden bij DOA en ik wou dat ik veel eerder deze stap had gemaakt!’
‘Eigenlijk kom ik uit de zorg. Ik heb tien jaar lang allerlei verschillende functies gehad, van woonbegeleider tot bij mensen thuis langsgaan die medische hulp nodig hebben. Toen ik de vacature bij DOA zag, was ik gelijk enthousiast. Ik ben erg blij dat ik deze kans heb gekregen; deze overstap betekende wel een vuurdoop maar ik vind het geweldig om met dieren te werken. Ik werk nu zes maanden bij DOA en ik wou dat ik veel eerder deze stap had gemaakt!’ Drie jaar geleden heb ik mijn beste maatje, mijn Staf, moeten laten inslapen en ik mis hem nog steeds. Door het kunnen werken met de honden in het asiel voelt dat beter, ik geniet van de dieren bij DOA.  Ik verzorg de asielhonden, dus dat is van alles: kennels schoonmaken, medicatie geven, kijken naar het gedrag van een hond en kijken wat de hond nodig heeft. Op alle vlakken kijken we als team hoe we de dieren kunnen helpen om beter en gelukkiger te worden. Ik begeleid sinds een maand ook stagiaires. Dat is wel snel weer een nieuwe taak erbij, ja! Ik kan dingen goed uitleggen en heb geduld. Ik hou van veel verschillende taken op een dag en ik vind het leuk om met mensen én dieren te werken. Geen dag bij DOA is hetzelfde en dat maakt het zo leuk!’ 

DOA in vogelvlucht 

Het grootste asiel van Nederland: hoe ziet dat eruit? Hoeveel mensen werken bij DOA en hoeveel dieren helpen wij per jaar? Bekijk DOA in vogelvlucht!

Superster Fens

Fens heeft een  nare tijd achter de rug, maar dankzij DOA én haar hardwerkende karakter kon ze het verleden van zich afschudden.
Fens (5): ‘Ik weet niet waar het misging, maar van de een op de andere dag werd ik ‘s ochtends vroeg aan het hek van DOA gebonden. Ik was bang en boos. Het was donker, het regende en ik was moederziel alleen. Niet dat ik die ex-baasjes mis, die relatie was nogal toxic. Je kon m’n ribben tellen en m’n staart was als die van een rat zo kaal. Dat doet wat met je eigenwaarde, hoor. Om over m’n vertrouwen in de mens nog maar niet te spreken. Maar ja, ik kan wel blijven tobben over waarom ze deden wat ze deden, daar schiet ik niets mee op. Ik kijk liever naar de toekomst. Dus ging ik samen met DOA keihard aan de bak. Om aan te sterken moest ik naar de fysio. Die masseerde m’n spieren los en liep me doen wat die oude wijffies met badmutsen in ‘t zwembad doen: aquarobics. Lopen in een bak water. Best leuk! Ik schrok effe toen ze zeiden dat ik een voedselallergie heb. Eten is de weg naar mijn hart, dus ik was bang dat ik alleen nog maar vieze meuk moest eten. Maar het valt alles mee, sterker nog: dat hypoallergene eten is gewoon lekker. Dat kan ik niet zeggen over m’n anti-jeuk medicijnen, maar ach, het is beter dan de hele dag met jeuk lopen. M’n vertrouwen in mensen is ook enorm gegroeid. Geaaid worden door vreemden vind ik nog steeds niet tof, maar wanneer ik lekker met m’n pleeggezin aan het trainen en spelen ben, voel ik me zorgeloos en vrij. Neus in de wind, poten in het gras, blik op de bal. Zo hoort het leven te zijn.’ 

Superster Snorbert

Snorbert heeft een behoorlijk pittige tijd achter de rug, dat is aan z’n humeur te merken, maar achter de wolken schijnt de zon. 
Snorbert (7): ‘Ik ben gedumpt. Ze hebben me gewoon in een mandje achtergelaten, midden in Amsterdam Zuidoost. Het kwam zelfs in het nieuws. Gelukkig brachten ze me naar DOA. Daar zagen ze al snel dat ik hartstikke ziek was. Mijn rug was ingevallen en doorgezakt en ik had een enorme bolle buik. Die deed zo’n pijn dat ik enorm boos werd als ze die aanraakten. Ik moest ook de hele tijd braken en had constant diarree. Bij DOA haalden ze me meteen door medische molen: röntgenfoto, bloedonderzoek. Dat zag er gelukkig allemaal goed uit, dus konden ze verder met ‘t oplap-proces: speciaal voer, infuus tegen uitdroging, een injectie tegen de misselijkheid, en ze haalden wat tandsteen weg. Inmiddels gaat ‘t stukken beter. Fysiek, maar ook mentaal. Ik schaam me een beetje richting die lieve mensen van DOA want ik was echt een chagrijnige mopperkont toen ik binnenkwam. Net Gargamel. Maar ja, wat wil je.. ik was doodziek en harteloos gedumpt in een mandje. Ik voelde me boos, verdrietig en alleen. De DOA-mensen snappen dat. Ze doen heel voorzichtig met me. Eerst kreeg ik iedere dag één aai over m’n bol. Daarna twee. Toen drie. Nu kriebelen ze me ook onder m’n kin. Vind ik spannend, maar ook lekker. Toch is er één ding waar je me nóg blijer mee maakt: eten. Zo blij zelfs, dat ik het af en toe iets te gulzig naar binnen schrok. Laatst hoorde ik ze zeggen dat ze het eten misschien in een puzzel ga doen, omdat ik zo’n slimme jongen ben. Oké, en omdat ik dan langer over m’n eten doe. Nou.. moeten zij eens opletten!’  

Superster Sullivan

Flierefluiter Sullivan heeft nog een hoop te leren, maar laat dat nou precies een van z’n favoriete bezigheden zijn. 
Sullivan (1): ‘Hey hoi! Ik ben Sullivan. Wie ben jij? Hey, wat was dat? Een blaadje? En dat? Een auto! He wat? Oh iets over mezelf vertellen. Sorry, ik raak nogal snel afgeleid. Werk ik aan. Eh.. het begin, ja. Ik ben gedumpt. Aan een bankje op het station in Purmerend gebonden met een tasje met wat spullen: brokjes, speeltjes, kleedje en wat aangebroken blikvoer – man, dat stónk! echt.. als rotte.. oh ik dwaal weer af. Ik was niet gechipt dus ze konden m’n baasje niet traceren en niemand heeft zich gemeld. Dus nu zit ik hier. En ik vind het enig! Al die mensen, honden, katten. Kijk! Daar zijn mijn vrienden! Hey jongens! Eh, waar was ik? Oja, ik ben jong, dus ik mis nog wat basisopvoeding: trek soms te veel aan de lijn, spring tegen mensen op. Is puur enthousiasme. Ik vind alles en iedereen gewoon zó leuk. Maar het schijnt niet helemaal zo te horen, dus nu word ik daarop getraind. Als ik met een vrijwilliger buiten aan de lijn wandel en trek, stoppen ze meteen. Eerst dacht ik: wat doe jij nou? Loop ‘ns door! Maar na zo’n 20000x had ik het door: aha! ik moet gewoon langzamer lopen. Oké nu klink ik heel traag van begrip, maar ik ben best een slimmerd hoor. Leergierig vooral. Alleen een beetje snel afgeleid. Ambulances, vallende blaadjes, andere hondjes, mij ontgaat niets. Zeg nou zelf: het leven is toch ook gewoon veel te leuk om iets te missen? Oke, het enige wat ik dus mis is focus. Dus daar mag ik nu ook mee oefenen. Met balletjes, piepspeeltjes, noem maar op. Ik vind het te gek. Echt, leer mij bij en ik ben blij.’

Superster Vlaar

Toen Vlaar binnenkwam bij DOA waren alle vrijwilligers op slag verliefd. Het is het allerschattigste, lieve kleine katertje ooit. Hij mist alleen één ding. 
Vlaar (1): ‘Ik kom van de straat. Meestal verwachten mensen dan een grote vechtersbaas, maar dat past niet bij me. Ik ben gewoon een vrolijke, sociale jongen. Een echte allemansvriend. Ik had alleen één probleempje: ik liep nogal mank. Soms ging het prima, andere dagen weer minder, dus maakten ze bij DOA een röntgenfoto om te checken wat er aan de hand was. Wat bleek? Ik had ‘patella-luxatie’. Ik hoor je al denken: Pat-wat? Het betekent dat je knieschijf steeds uit positie schiet. Bleek een oud trauma, waarschijnlijk ben ik ergens tegenaan gebotst of vanaf gevallen en is dat nooit goed genezen. Ze hebben nog gekeken of het te opereren viel, maar die kans was vrij laag. Dus de enige optie die overbleef was m’n poot eraf. Klinkt heftig, maar geloof me: het is stukken beter dan de pijn die ik had, ik kon er bijna niet meer op staan, zo’n zeer deed het! Na m’n operatie ben ik naar een pleeggezin gebracht om te revalideren. Dat ging supergoed! In 4 weken tijd kan ik met drie pootjes lopen, springen en graven alsof ‘t niks is! Oké, ze hebben me een beetje geholpen met een lage kattenbak, trappetjes naar de bank en het bed, wat pijnstilling en antibiotica zodat de wond niet ging ontsteken, maar na een paar weken konden al die hulpmiddelen al weg en nu loop ik met drie poten net zo soepel – of nee.. veel soepeler! – dan met vier. Te gek toch?!’  

Superster Victoria

Aanval is de beste verdediging, dat weet Victoria maar al te goed. Alhoewel, nu ze mensen weer wat meer begint te vertrouwen, gaat er een wereld voor haar open.  
Victoria (12): ‘Mijn baasje is overleden, zo kwam ik hier. Vreselijk. Al die dieren en mensen. Doodeng. Maar ja, dat wilde ik natuurlijk niet laten zien. Chihuahuas worden altijd al weggezet als trillende angsthazen, nou.. niet bij mij. Dus liet ik ze m’n scherpe tanden zien en hapte ik als ‘t nodig was naar hun hand. Nooit écht natuurlijk, gewoon.. precies genoeg zodat ze niet door zouden hebben dat ik eigenlijk gewoon heel onzeker was. Nou, ik kan je zeggen: die mensen van DOA hou je niet voor de gek. Ze hadden me meteen door en bedachten een list: ik ging met Noor – mijn geheime favoriet – mee naar huis. Man wat vond ik ‘t fijn om niet meer de hele dag in die kennel te zijn. Eventjes vind ik gezellig, maar ik ben ook gewoon een oudere dame dus ‘s avonds een beetje rust en extra aandacht doet me goed. Stukje bij beetje laat ik m’n muurtje zakken. Noor vertrouw ik blind. Bij haar spring ik in d’r armen en voel ik rust. Weg agressie. Bij anderen lukt het me ook steeds beter. Al vind ik ruimtes met heel veel mensen – zoals de kantine – nog wel spannend. Ik spiek dan graag bij andere hondjes. Hoe doen zij het? Dan doe ik dat gewoon na. Ik hoop daarom ook dat ik uiteindelijk een thuis vind met een ander hondje, waarbij ik kan afkijken. Een soort grote broer of zus zeg maar. En mensen die niet teveel van mij eisen. Commando’s? Véél te spannend. Ik wil gewoon lekker mezelf kunnen zijn. Iemand die luistert naar mijn grenzen en me waardeert voor wie ik ben.’