Ja, maar niet met iedere hond. Ik ben opgegroeid met een andere hond, dus ik weet hoe het is om het huis te delen. Sterker nog! Ik vind het hartstikke gezellig! Rennen, snuffelen, samen dutten… ik ben er helemaal voor in. Maar eerlijk is eerlijk. Niet elke hond is mijn type (en dat is helemaal oké, toch?). Dus als jij al een hond hebt, moeten we natuurlijk even rustig kennismaken. Even kijken of er een klik is. Je weet wel, neusje-neusje en dat soort dingen. Maar als het goed voelt, dan kan ik een fantastische huisgenoot zijn. En speelmaatje. En knuffelbuddy. En… nou ja, je snapt het wel.
Nee, Laten we eerlijk zijn! Katten en ik… dat gaat niet werken. Als ik er eentje zie, denk ik meteen! Achteraan! Niet zo handig als je een kat in huis hebt die graag met rust gelaten wil worden. Dus een huis zonder katten is echt een must voor mij.
Alleen oudere kinderen. Ik vind kinderen fantastisch! Ze zijn vrolijk, energiek en rennen vaak net zo gek rond als ik. Alleen… ik heb ooit geleerd dat handen speelgoed zijn. Oeps. En kleine kinderen? Die lijken óók een beetje op speelgoed in mijn ogen. Ik bedoel, ze piepen en bewegen snel. Hoe kan ik me dan inhouden? Daarom zoeken mijn verzorgers een huis zonder jonge kinderen. Onder de 12 jaar is gewoon geen goed idee voor mij. Niet omdat ik stout ben, maar omdat ik nog een beetje moet leren hoe je netjes speelt. En jonge kinderen kunnen dat meestal nog niet goed uitleggen. Oudere kinderen? Geen probleem! Die snappen beter hoe ze grenzen kunnen aangeven en hoe je op een leuke, veilige manier met mij kunt spelen (met écht speelgoed dus – niet met handen of tenen 😉).
Nog leren. Luister, ik moet je iets opbiechten. Iets… persoonlijks. Ik ben niet zo goed in alleen zijn. Echt niet. Ik bedoel, waarom zou je ook alleen willen zijn als je ook gewoon bij je favoriete mensen kunt zijn? Of bij een andere hond, zoals ik gewend ben! Mijn hele leven heb ik samengewoond met een andere viervoeter. We deden álles samen. Eten, slapen, blaffen naar postbodes… je kent het wel. Zelfs hier bij DOA ben ik nooit echt alleen. Altijd mensen, andere honden, geluiden, gezelschap! Dus ja, alleen thuis zijn? Dat is nog een beetje spannend voor me. Ik snap het concept wel hoor. Jij gaat de deur uit, ik blijf achter en doe alsof ik relaxed ben. Maar stiekem kijk ik dan vijf minuten lang naar de deur, hoopvol… Daarom is het belangrijk dat mijn nieuwe baasjes dit rustig met mij gaan oefenen. Kleine stapjes, korte momentjes. Ik beloof mijn best te doen, als jij me helpt. En wie weet? Misschien leer ik het zo goed, dat je straks thuiskomt en ik nog niet eens doorhad dat je weg was. (Of… nou ja, dat zeg ik dan gewoon.)
Rustige wijk. Kijk, ik ben best een sociale hond hoor. Maar al dat drukke verkeer, trams, sirenes en mensen op van die rare elektrische stepjes. Het hoeft van mij niet zo. De grote stad? Leuk voor een dagje, maar ik hoef er niet te wonen. Ik zoek iets rustigers. Geen landhuis met een oprijlaan (mag wel hoor, laten we eerlijk zijn), maar gewoon een fijne buurt waar ik lekker kan snuffelen zonder dat ik elke vijf meter moet uitkijken voor een bakfiets. Een huisje met een beetje ruimte, misschien een tuin om m’n kont in te keren en een mens die snapt dat rust ook wat waard is. Dus: niet te druk, niet te afgelegen. Gewoon… precies goed. Zoals ik.
Ja, selectief. Ik ben niet het type dat meteen met elke hond op straat wil knuffelen, hoor. Laat ik eerlijk zijn: ik blijf een mannetje. En dat betekent dat ik niet met iedereen dikke maatjes word. Sommige honden gaan prima, andere tja, daar loop ik liever een blokje voor om. Maar als het klikt, dan klikt het ook echt. Ik heb jarenlang samengewoond met een andere hond, dus ik weet hoe het werkt. Samen wandelen, samen slapen, samen stiekem koekjes proberen te pikken. Dat soort dingen. Dus ja, ik kan prima met andere honden. Maar verwacht niet dat ik meteen iedereen leuk vind.
Loopt netjes mee. Doe ik als een pro. Tenminste! Nadat ik even alles heb besnuffeld. En geplast. Ja, overal. Want hé, een man moet toch even z’n visitekaartje achterlaten, toch? Maar daarna? Dan loop ik keurig mee hoor. Ik hoef niet per se voorop te lopen of alles te regelen. Soms vind ik het juist wel fijn om een beetje naast je te slenteren en samen de wereld te bekijken. Weet je wel, quality time. Dus ja, wandelen? Top. Lijn? Geen probleem. Zolang jij me even de tijd geeft om m’n snuffelronde af te maken, zijn we de beste wandelmaatjes ooit.
Ja, op termijn. Kijk, ik snap het idee wel: jij roept, ik kom terug. Klinkt simpel, toch? Nou… in de praktijk is het iets ingewikkelder. Op dit moment weet ik namelijk nog niet zo goed wanneer ik terug moet komen. Of waarom. Vooral dat laatste. Dus voorlopig blijf ik liever aan de lijn. Gewoon voor ieders gemoedsrust. Maar als we straks een echte band hebben, jij en ik, samen een team. Dan komt dat loslopen helemaal goed. Geef me wat tijd, wat training, en een reden om terug te komen en dan zie je me ineens als een speer terugrennen. Alsof ik het altijd al kon. Tot die tijd? Lekker samen aan de lijn. Geen probleem. Ik vind wandelen toch het leukste dat er is. Nou ja… op slapen na dan.