Ik ben een lieve, ietwat verlegen kruising tussen een labrador en een Duitse staande. Als je naar me kijkt, zie je misschien een beetje grijze snuit. Ja, ik ben al wat ouder. Niet oud en versleten hoor, maar wel oud genoeg om al wat meegemaakt te hebben. En helaas… is dat ook precies waarom ik hier bij DOA ben beland. Mijn baasje, is overleden.
We waren altijd samen. Hij snapte me. Speelde met me in het park, gooide mijn favoriete bal steeds opnieuw (en ik bracht ‘m elke keer terug). Hij wist dat ik liever geen andere honden om me heen had. En katten… nee, dank je. Kinderen snap ik ook niet goed. Ze zijn druk, snel, onverwacht en ik raak er gewoon een beetje van in de war.
Toen kwam ik hier. Bij DOA. Alles was anders. Nieuwe geuren, vreemde mensen, veel geluiden. Ik was zo bang. Ik kroop weg in mijn mand, ik durfde niemand aan te kijken. Mijn hart deed pijn van het gemis. Maar… langzaam, héél langzaam, begon er iets te veranderen.
Er waren mensen hier die mij begrepen. Die me niet dwongen, maar gewoon zachtjes tegen me praatten. Die me tijd gaven. Die af en toe een lekkere snack onder m’n neus hielden (wist je dat ik echt ontzettend van eten houd?). Ineens merkte ik dat mijn korte staart en kontje weer begon te bewegen. Dat mijn oren niet meer plat naar achteren stonden. Dat ik weer zin kreeg om te wandelen, te snuffelen… want ja, dat kan ik als de beste! Dat Duitse staande bloed zit er goed in!
Nu ken ik hier al een paar mensen. En weet je wat? Als ik je eenmaal vertrouw, dan spring ik letterlijk de lucht in van blijdschap als ik je zie! Dan wil ik knuffelen, dan ben ik zo gelukkig dat ik bijna vergeet dat ik ooit bang was.
Ik zoek nu iemand die me de tijd geeft om te wennen. Iemand zonder andere huisdieren of kinderen. Iemand met een rustig hart en geduldige handen. Iemand die mijn verlegenheid niet ziet als een probleem, maar als een stukje van mijn verhaal.
Ik weet dat ik niet meer de jongste ben. Maar mijn hart is groot. En trouw. En zacht.