Manon en Chico  

Hij is niet zomaar een hond, hij is familie

Chico wordt deze maand dertien jaar oud, maar dat zou je niet zeggen. Zijn snoetje is wat grijzer geworden, maar hij is nog net zo speels en energiek als vroeger. In het bos rent hij iedereen eruit. 
Toen ik op mezelf ging wonen, wist ik één ding zeker: ik wilde een hond. Dat was al mijn hele leven een wens, en ik wilde bewust een hond uit het asiel. Bij DOA ontmoette ik Chico, toen nog maar een jaar oud. De klik was er meteen. Mijn vader ging mee en was ook direct verkocht. Chico was druk, maar heel lief. Hij was uit huis geplaatst en had een gebroken heup, dus hij moest nog revalideren. Met hydrotherapie en veel geduld is dat goed gekomen, al blijft één heup iets kleiner. 
Chico is een echte prater. Als ik hem iets vraag, “praat” hij terug – hij loeit en maakt van die grappige ‘woe-woe’-geluidjes, typisch voor staffies. Als het koekje te lang op zich laat wachten, laat hij dat luid en duidelijk weten. Dat vind ik zo leuk aan hem. 
Hij is sociaal, vrolijk en relaxed. Veel mensen stappen opzij omdat hij een staffie is, maar hij is juist een enorme knuffelbeer. Ook met andere honden gaat het prima; hij kan overal loslopen. Ik heb eerst psychologie gestudeerd, maar vond dat beroep minder leuk dan verwacht en studeer nu geneeskunde. Door al die veranderingen is Chico mijn constante factor gebleven. Chico betekent de wereld voor mij. Hij is niet zomaar een hond; hij is familie.